Pasta is bij mij thuis altijd een lifesaver. Van die avonden dat je eigenlijk geen zin hebt om te koken, maar toch iets lekkers wilt eten. En deze pasta met courgette, champignons en pesto? Dat is zo’n gerecht dat je in no time op tafel hebt, maar toch voelt alsof je écht je best hebt gedaan. Ik ontdekte deze combi een paar jaar geleden toen ik een keer wat groenten wilde opmaken die nog in de koelkast lagen. En eerlijk, sindsdien is het een vaste prik. Vandaag deel ik mijn recept, een paar persoonlijke verhalen en wat tips om het helemaal jouw ding te maken.
Ik weet nog goed hoe ik voor het eerst deze pasta maakte. Het was zo’n typische vrijdagavond, ik was moe van de week en had eigenlijk alleen een courgette, een bakje champignons en een potje pesto in huis. Normaal zou ik dan voor een pizza gaan, maar ik dacht: kom op, ik ga iets proberen. En wat bleek? Die simpele ingrediënten samen met een bordje pasta waren een match made in heaven. De romige pesto, de zachte courgette en die aardse smaak van champignons… Het was zo’n moment dat ik dacht: oké, dit ga ik vaker maken.
Wat ik zo fijn vind aan dit gerecht, is dat het zo flexibel is. Heb je geen courgette? Dan werkt broccoli ook. Geen zin in pesto? Een scheutje room doet het ook goed. Het is echt zo’n recept dat je kunt aanpassen aan wat je in huis hebt. En dat maakt het voor mij zo’n winnaar.
Goed, laten we aan de slag gaan. Dit recept is voor twee personen, maar je kunt het makkelijk verdubbelen als je gasten hebt. Of, zoals ik vaak doe, gewoon een extra portie maken voor de lunch de volgende dag.
En dat was het! Binnen 20 minuten heb je een bordje comfort food waar iedereen blij van wordt.
Oké, ik moet even een gênant keukemoment delen. De eerste paar keer dat ik dit maakte, ging het niet helemaal volgens plan. Eén keer had ik veel te veel pesto gebruikt, waardoor het gerecht zo’n beetje in een groene oliepoel dreef. Haha, mijn vriend keek me aan van: “Eh, is dit de bedoeling?” Maar goed, we hebben het opgegeten en gelachen. Sindsdien ben ik wat voorzichtiger met de pesto, en ik voeg altijd een beetje kookwater toe om het wat lichter te maken. Dus mijn tip: begin met een klein beetje pesto en voeg eventueel meer toe als je proeft. Less is more!
Wat ik zo tof vind aan dit recept, is dat je er echt je eigen draai aan kunt geven. Hou je van pittig? Gooi er wat chilivlokken bij. Wil je het wat romiger? Een scheutje room of een lepel mascarpone doet wonderen. En als je een keer iets vullenders wilt, zijn gebakken kipstukjes of garnalen er ook superlekker bij. Ik heb een keer spekjes toegevoegd, en hoewel het niet per se gezond was, was het wel héél smakelijk.
Oh, en nog een tip: als je verse pesto maakt, gooi dan een handje walnoten in plaats van pijnboompitten in de blender. Veel goedkoper en net zo lekker. Ik ontdekte dat toen ik een keer blut was en toch iets lekkers wilde maken. Soms leiden krappe tijden tot de beste vondsten, toch?
Deze pasta is voor mij echt een soort knuffel op een bord. Het is makkelijk, het is lekker, en het voelt altijd een beetje als thuiskomen. Of je het nu maakt voor jezelf op een luie avond of voor vrienden tijdens een etentje, het stelt nooit teleur. En het mooie is: je hebt er geen ingewikkelde spullen of skills voor nodig. Gewoon een pan, een paar ingrediënten en een beetje liefde.
Ik ben benieuwd: wat is jouw favoriete pastarecept? Of heb je een andere groente-pesto-combo die ik echt moet proberen? Laat het me weten, want ik hou ervan om nieuwe dingen uit te proberen in de keuken. En wie weet, misschien wordt jouw tip mijn volgende obsessie!